De legende van Przemyśl Crest.
Het hoger gelegen stadsdeel was van de rest afgescheiden door wallen,
afgewerkt met een muur van eikenhouten palen, een palissade. De nachtwacht verliet
zijn post en een groep gewapende ruiters reed de stad uit door de houten poort.
Het waren boodschappers van de vorst, die naar het stamhoofd van de Wiślanie
gingen met een belangrijke opdracht. De Wiślanie woonden aan de rivier de Wiśla.
De stammen van de Wiślanie en de Lędzianie leefden al jaren vriendschappelijk
naast elkaar. De vorst van de Lędzianie, Przemysław, stuurde zijn mensen naar
de vorst van Wiślanie om hem geschenken aan te bieden.
Het grootste gebouw van de stad was het herenhuis van Przemysław. De
enorme deur ging open en de vorst stond in de deuropening. In zijn hand had hij
een enorme speer, die hij gebruikte bij de jacht op de koning van het oerbos:
de beer. Przemysław droeg een bijl aan zijn riem en een boog op zijn rug. Zo
bewapend vertrok de vorst voor de jacht.
Hij liep tussen zijn onderdanen door, die bij wijze van groet diep voor
hun meester bogen. Toen ging hij over een smalle, rechte weg tussen de huizen
door naar de stadspoort. De wachters groetten hem en de vorst verliet de stad
via de stadswallen naar het boven de stad gelegen woud. Al snel passeerde hij
de laatste huisjes en betrad het oerbos dat hij kende als zijn broekzak. Hij
liep langs oude, verwaaide bomen en liet reeën opschrikken. Af en toe werd de
stilte verbroken door vogelzang en het geritsel van boombladeren.
Plotseling was daar het geluid van brekende takken en een vreemd geknor
verbrak de stilte. Przemysław was een ervaren jager, dus knielde hij achter een
gevallen boom en wachtte op het dier. Uit het struikgewas kwam een zwijnenzeug
met haar biggen, hun bruine vacht gesierd met strepen. Przemysław was niet op
wilde zwijnenjacht, liet hen dus voorbijtrekken en wachtte geduldig op de beer.
Bovendien wilde hij geen moeder van jonge biggen of de jonge biggen zelf doden.
by Zuzanna |
Toen die niet verscheen, liep de vorst liep verder, naar een open plek
in het bos, waar de beer zich volgens imkers graag ophield. De laatste dagen
had het dier namelijk bijenkorven vernield en vee aangevallen, dat graasde in de
weiden aan de rand van het woud. Przemysław baande zich een weg door
struikgewas, varens en bosgebied. Uiteindelijk kwam hij op de open plek waar
een enorme eik stond. Hij besloot onder het bladerdak van de boom uit te
rusten. Hij zette zijn speer tegen de stam van de boom en terwijl hij in zijn
tas naar een “podpłomyk” zocht, verscheen vlak voor hem een kolossale beer. De
vorst besefte, dat hij geen gelegenheid had zijn speer te pakken en alleen zou
kunnen vechten met zijn bijl. De beer richtte zich op zijn achterpoten op en
liet dreigend zijn voorpoten met reusachtige klauwen zien. Hij gaf een vreselijke brul en … verdween weer in het
woud. De geschrokken vorst greep zijn speer en achtervolgde de beer. Enige tijd
later trof de vorst het dier weer, maar het leek zich niets van de jager aan te
trekken. Przemysław viel het dier niet aan, omdat het een oude gewoonte is niet
van achter aan te vallen. Daarom wachtte hij tot het dier zich zou omdraaien,
maar tot Przemysławs verbazing liep het dier statig verder. De vorst begreep,
dat het dier wilde, dat hij hem zou volgen.
Zo bereikten beer en jager samen een heuvel. De beer stopte, draaide
zich rustig om en brulde weer. Przemysław begreep, dat de koning van het woud
afscheid wilde nemen. De vorst boog voor hem. Zij keken elkaar zwijgend aan, de
vorst van het volk Lędzianie en de beer, van wie de donkere gestalte afstak
tegen de blauwe lucht. Daarna vervolgde het dier zijn weg. Przemysław probeerde
niet het dier te vangen. Hij begreep, dat de ontmoeting symbolisch was, een
diepere betekenis had: Hij, Przemysław, moest als een beer zijn, met ontzag
voor zijn vijand en zorgzaam voor zijn volk.
Toen Przemysław de volgende dag thuiskwam, riep hij het stadsbestuur
bijeen en gaf zijn knechten het bevel een afbeelding van een zwarte beer op een
blauwe achtergrond op hun schild te schilderen. Dezelfde afbeelding moest boven
de stadspoort aangebracht worden.
Meer dan duizend jaar later kun je de vlag met hetzelfde wapen zien
wapperen op de toren van slot Przemyśl. Later voegde men er door christelijke
invloed nog een gouden kruis aan toe, … maar dat is een ander verhaal.
Translation Arie Hoogvliet
0 comentaris:
Publica un comentari a l'entrada